Vezels & Grondstoffen

Natuurtextiel versus synthetische garens

  • Natuurtextiel is kleding gemaakt uit natuurlijke materialen van dierlijke of plantaardige oorsprong.
  • Synthetische garens bestaan als dusdanig niet in de natuur; ze zijn producten van het menselijk vernunft.   

De grondstoffen voor kleding zijn van oudsher afkomstig uit het planten- en dierenrijk. Hoe dichter bij de Evenaar, hoe meer plantenvezels, hoe dichter bij de pool, hoe meer dierlijke vezels gebruikt werden.

Natuurtextiel kan zowel een plantaardige als dierlijke oorsprong hebben .
Plantaardig: katoen, linnen, ramée, turf, sisal, hennep.....
Dierlijk: wol ( afkomstig van schaap, kameel, konijn (angora), lama (alpaca), geit (mohair), yak) , zijde ( afkomstig van rupsen , bestaat ook in verschillende vormen wilde, haspel, bourette ).

Synthetische garens zoals  nylon, perlon, dralon, rayon, viscose ... zijn producten van het menselijk vernuft en vindt men als dusdanig niet terug in de natuur.

Je kan twee soorten onderscheiden :

Half-synthetische vezels zoals rayon en viscose – dit is geregenereerde cellulose. Cellulose bestaat uit koolstof, waterstof en zuurstof en is een bouwstof uit het plantenrijk. De bast van vele planten bestaat uit cellulose.  Geregenereerde cellulose betekent dat deze vezels via chemische processen worden gemaakt. Ze geven een oneindige draad, in tegenstelling tot wol en katoen die korte stukjes geven en dus moeten gesponnen worden.

De ‘echte’ synthetische vezels zijn opgebouwd uit steenkool, aardolie e.d.m. en worden vervaardigd via ingewikkelde technische procedés.
De voordelen: slijtvast, rekvast, goedkoop, krimpvrij.
Nadelen: sterke elektrostatische oplading, ontvlambaar, weinig vochtopname (voelt kil op de huid)
De uitrusting die nodig is voor het fabriceren van synthetische en cellulosevezels is enorm. De energie die hiervoor moet gebruikt worden, is schadelijk voor het milieu. 

Gevolgen:
-steeds meer mensen lijden aan allergieën tegen formaldehyde, chemische verfstoffen, kunsthars ...
-de textielindustrie behoort tot de grootste watervervuiler en afvalwaterproducent aangezien voor chemische ‘veredelingen’ en kleuringen zeer veel water wordt verbruikt .

Effect van het ontstaan van synthetische vezels op ons gedrag.
Kleding wordt goedkoper, maar... doelmatig karakter? 

Het ontstaan van synthetische vezels bracht een enorme verandering teweeg bij de mens, die verder gaat dan enkel het uitbreiden van het stoffenaanbod .

Kleding werd goedkoper, maar verloor voor een stuk zijn doelmatig karakter. Vroeger werd men bij manier van spreken begraven in zijn trouwpak. Een versleten, vaak wollen overjas werd verknipt voor het zoontje. Kleding werd versteld, sokken gestopt.  Als we de kleerkast van onze groot- of overgrootmoeders naast die van de gemiddelde Belgische vrouw zouden zetten, zouden we waarschijnlijk schrikken. 
We zijn voor een stuk ons gevoel voor maat kwijtgeraakt, maar ook voor intrinsieke kwaliteit. 
We hebben niet meer het gevoel in onze vingers voor de kwaliteit van stoffen. Oudere dames in de winkel voelen nog aan stoffen, terwijl veel jonge mensen niet meer weten hoe echte zijde en echte wol aanvoelt, omdat ze zijn opgegroeid met acryl en viscose. Deze weefsels kan je ‘alsof’producten noemen. Acryl doet heel hard zijn best om er uit te zien als wol, viscose spant zich in om ons te doen denken aan zijde, maar ze zijn het niet. Ze lijken erop, maar komen qua comfort en warmtegevoel nog niet in de buurt.
Zijn we dan zo ‘oppervlakkig’ geworden, letterlijk, dat we ons zo door die buitenkant laten verleiden?
In de jaren vijftig-zestig werden de synthetische vezels door de moe gestreken en -gesteven huisvrouwen op groot gejuich onthaald. Sommigen keerden deze onnatuurlijkheid vrij vlug de rug toe, anderen bleven gefascineerd door de prijs en het zogenaamde onderhoudsgemak van de synthetische vezel. Belangrijke tendens die hiermee gepaard ging, was in elk geval de vervreemding van natuurlijke materialen en het ontstaan van een wegwerpcultuur.
Aan kleding wordt niet meer geroken en getrokken bij aankoop, als test van het gebruikte materiaal. De moderne vrouw/man werpt een vluchtige blik op de was- en strijkvoorwaarden en beslist op basis van uitzicht en prijs.
Denken we dan echt dat we zelf iets kunnen verzinnen dat beter is dan wat de Toearegs in de woestijn beschermt tegen een temperatuur van 40° C overdag en - 40°C ’s nachts, namelijk wol? Denken we echt dat gigantische, vaak stinkende fabrieken iets fijners kunnen produceren dan het ragfijn spinsel van de zijderups, door Chinezen al duizenden jaren de keizerin van de vezels genoemd ?