Linnen

Vlaanderen was eeuwenlang wereldwijd bekend om zijn linnen. Linnen wordt gewonnen uit vlas, heeft een goed vochtopnemend vermogen en is zeer sterk. Maar... kreukt gemakkelijk.   Lees meer:

Linnen wordt gemaakt uit vlas. De verwerking van vlas tot linnen is een lang proces dat bestaat uit vele handelingen. Een van de stappen in het proces is het zogenaamde roten. In China en Oost-Europa worden de bossen vlas in water geroot, door ze in grote bakken onder water te laten. Hierdoor raken de rivieren vervuild met organische afvalstoffen.
Vlas is een gewas dat geen irrigatie nodig heeft.

Vlas geldt als een relatief milieuvriendelijke vezel. Bij teveel (kunst)mest wordt het vlas namelijk te lang en te slap. Vergeleken met katoen, zijn bij vlasteelt veel minder bestrijdingsmiddelen nodig.
De overstap naar biologische vlasteelt is dus niet zo moeilijk te realiseren. Biologisch geteeld vlas wordt geheel zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen geproduceerd. Ook een milieuvriendelijke veredeling van linnen is goed mogelijk. Wanneer bij de bewerking van vlas tot linnen ook rekening wordt gehouden met het milieu is er sprake van biologisch linnen. Na het drogen wordt het vlas blootgesteld aan vocht om de pectines die de vezels bijeen houden af te breken. In het verleden rootte men het vlas in rivieren, vooral in de Leie, waardoor de vlasvezels een fraaie gouden gloed kregen.  Maar daardoor werden de rivieren erg bevuild. Om ecologische redenen wordt het vlas tegenwoordig geroot door het uit te spreiden over het veld, waar het gedurende enkele weken wordt blootgesteld aan regen, dauw en zonneschijn.

Het heeft een goed vochtopnemend vermogen en is vochtdoorlatend. Velen zullen vooral de nadelige eigenschap opnoemen : linnen kreukt gemakkelijk . Maar wanneer je zou moeten kiezen tussen een gangbare katoenen of een gangbare linnen broek is er, op basis van het milieuvoordeel tijdens de teelt van vlas, is er een goede reden om te kiezen voor linnen!

Al in het Stenen Tijdperk werd vlas geteeld in de Nijldelta en bewerkt tot stoffen voor kleding. De Romeinen hebben het gewas in Noord-Europa geïntroduceerd met als gevolg dat het gedurende de Middeleeuwen het meest gebruikte textiel werd. Na de 13e eeuw volgden er ook andere vezels uit het Verre Oosten, zoals zijde. Eind 18e eeuw werd er steeds meer katoen geïmporteerd waardoor het gebruik van linnen sterk verminderde. Tot de Tweede Wereldoorlog heeft de vlasteelt en verwerkende industrie in Nederland, België en Frankrijk een belangrijke economische rol gespeeld. Zo werd er rond 1913 meer dan 120 kilogram vlas in de Belgische rivier de Leie geroot. Door de ernstige vervuiling die dit met zich meebracht werd het roten in de Leie verboden,  waardoor de vlasnijverheid ten onder ging.

Door de opkomst van de industriële productiemethoden, veranderingen in landbouwbeleid en de opkomst van synthetische vezels kwam de vlasteelt en linnenproductie in een marginale positie terecht.  Vlas leent zich veel minder voor grootschalige industriële bewerking. Vlasvezels zijn erg stug waardoor speciale machines nodig zijn. Bovengenoemde factoren maken van linnen een duur en marginaal product, vaak teruggevonden in het segment van de duurdere, exclusieve kleding.